Danser, choreograaf, theatermaker en performer Ton Lutgerink (1946) groeide op in Rotterdam. Hij volgde een opleiding aan de Rotterdamse Dansacademie en werkte een seizoen als danser bij films en dansshows in Duitsland. Bij zijn terugkeer in Nederland sloot hij zich aan bij het Rotterdams Danscentrum, waar hij zijn eerste choreografie maakte Where the action is. In deze voorstelling reageerden de dansers op geluiden in de zaal.
In 1970 richtte hij samen met een aantal dansers van de Rotterdamse Dansgroep het Penta Theater op. Hij vertrok naar New York om lessen te volgen bij Merce Cunningham en Dan Wagoner. New York was op dat moment het centrum van de avant-garde op dansgebied. Dansers experimenteerden samen met musici en beeldend kunstenaars en plaatsten de alledaagsheid van beweging in een nieuwe context. Met deze verworvenheden experimenteerde Lutgerink bij het Penta Theater, waarbij een mix ontstond tussen verschillende moderne dansstijlen en alledaagse handelingen. Een krantenartikel kon al een inspiratiebron zijn voor een improvisatievoorstelling. Na zijn vertrek bij Penta in 1976 sloeg hij het aanbod af om te gaan werken bij Pina Bausch in Wüppertal, omdat hij zich op de moderne dans in Nederland wilde blijven richten. Hij danste hij o.a. bij Pauline Daniëls en initieerde performances in Galerie het Venster in Rotterdam, waarbij toeval en omgeving een belangrijke rol speelden. Met vormgever Tom van den Haspel ontwikkelde hij de voorstellingen De Eerste en de Laatste en Let’s start a Magazine, gebaseerd op gedichten van e.e. cummings. Samen met Amy Gale maakte hij The tragic Tale of the Dog who killed Himself. Bij Onafhankelijk Toneel maakte hij met Amy Gale en Gerrit Timmers Atwood M en Midnight Mail. Al deze voorstellingen waren ‘literaire choreografieën’, die zich kenmerkten door een performanceachtige stijl, waarbij de dansers gebruik maken van teksten, beelden en acts.
Vanaf 1983 was Lutgerink vast verbonden aan Onafhankelijk Toneel en vanaf 1985 maakte hij samen met Mirjam Koen en Gerrit Timmers deel uit van de artistieke leiding.
Hij tekende voor de choreografie van l’ Année dernière à Marienbad en Amy en Ana (waarvoor Ana Teixidó de Zilveren Dansprijs ontving). Samen met regisseur Mirjam Koen maakte hij De dansende man, Happy Endings (met muziek van Henny Vrienten, Holland Festival 1992) en de dansopera Hamlet (met muziek van Harry de Wit). Ook realiseerde hij gedanste ontmoetingen met toneelspelers Hans Dagelet (Bloedwoede) en Marlies Heuer (Nader), eveneens in de regie van Mirjam Koen. Als ‘denkende danser’ combineerde hij hierin dansen en acteren. Zijn solo’s Man in Haast en Privé-Story werden verfilmd door Noud Heerkens en uitgezonden door de NPS. Veel van zijn voorstellingen waren in het buitenland te zien, met name in Amerika. Naast zijn werk als choreograaf en danser gaf hij regelmatig lessen en workshops.
In 1998 ontwikkelde hij met Els van der Jagt De vijanden, een theaterdansvoorstelling met jongeren, gebaseerd op teksten van Armando. Hun samenwerking zette zich voort in Heartbreak Hotel, Let’s Dance, Boys & Girls, Penelope en De Grote Wereld. In deze jongerenvoorstellingen werd samengewerkt met professionele dansers, acteurs en musici. Samen met Els van der Jagt was hij verantwoordelijk voor het concept voor Het uur waarin wij niets van elkaar wisten van Peter Handke, een voorstelling met professionele en niet-professionele spelers, dansers en een muzikant.
Lutgerink verzorgde alle choreografieën voor de opera’s van Opera O.T., met name voor de koren (o.a. The Rake’s Progress van Stravinsky, The Death of Klinghofer van John Adams, Platée van Rameau, Samson van Händel). Vanaf 2002 werkte hij in de producties van Opera O.T. samen met danseres en choreograaf Marieke den Dulk. In Ophelia, een voorstelling met mezzosopraan Cora Burggraaf, speelde en danste hij de rol van hij Polonius. In FootNote van Leine en Roebana (2009) danste hij in samen met Amy Gale fragmenten uit Midnight Mail, een voorstelling die een belangrijke inspiratiebron voor Leine en Roebana had betekend. Tot vijf maanden voor zijn dood was Ton Lutgerink nog actief als danser. Zo speelde en danste hij in augustus 2011 de hoofdrol in Nol King Ruter, een dansfilm van Noud Heerkens die 2 februari 2012 op het Rotterdamse filmfestival zijn première beleefde. Ton Lutgerink werd onderscheiden met de Zilveren Dansprijs, de Sonja Gaskellprijs en ontving in 2011 de Gouden Zwaan 2011 voor zijn gehele oeuvre. Hij overleed op 22 januari 2012 aan longkanker. Ton Lutgerink was getrouwd en had een zoon, de fotograaf Pepijn Lutgerink.